Algemene informatie lijfrenten


Bepalend voor de mogelijkheden, die u heeft, met uw huidige lijfrente of koopsompolis is het fiscale regime waaronder uw bestaande lijfrentepolis valt: het oude regime of het nieuwe regime. Heeft u een premiebetalende polis afgesloten vóór 16 oktober 1990 of een koopsompolis vóór 1 januari 1992 dan valt uw lijfrentepolis onder het oude fiscaal regime. Heeft u een premiebetalende polis afgesloten ná 16 oktober 1990 of een koopsompolis ná 1 januari 1992 dan valt uw lijfrentepolis onder het nieuwe fiscaal regime.

Mogelijkheden oud fiscaal regime:
1. Uitkering ineens
2. Later laten uitkeren
3. Schenken aan de kinderen
4. Direct ingaande lijfrente aanschaffen

Mogelijkheden nieuw fiscaal regime:
1. Later laten uitkeren
2. Direct ingaande lijfrente aanschaffen


Voorbeeld van een premiebetalende lijfrente met gegarandeerde tijdelijke oudedagslijfrente-uitkering.
Bij een lijfrenteverzekering onderscheiden wij een opbouw- en een afbouwfase. Tijdens de opbouwfase betaalt u een premie waarmee u de lijfrente-uitkering opbouwt welke in de afbouwfase aan u wordt uitgekeerd. In bovenstaand schema is uitgegaan van een uitkering vanaf 65 jaar. Uiteraard kunt u naar wens uw uitkering later of eerder laten ingaan.


Oud fiscaal regime: Uitkering ineens

Wanneer u direct geld nodig heeft, kunt u het kapitaal ineens laten uitkeren. U heeft ons in dit geval verder niet nodig. U koopt dan de verzekering af. De lijfrenteclausule vermeldt immers dat u het opgebouwde lijfrentekapitaal zult aanwenden voor een lijfrente. Het vrijkomende kapitaal wordt dan progressief belast (tegen een tarief van maximaal 52%). Indien de polis voor 1 juli 1964 is afgesloten, wordt de uitkering belast tegen het vaste tarief van 40%.


Oud fiscaal regime: Later laten uitkeren

Mogelijk heeft u het geld nog niet nodig. U blijft bijvoorbeeld langer doorwerken dan u had verwacht of u vindt de rentestand van dit moment te laag. Onder bepaalde voorwaarden, kunt u dan uw oud fiscaal regime polis, met behoud van alle bijbehorende rechten verlengen bij uw huidige verzekeraar. Of u kunt het vrijkomende kapitaal onderbrengen in een nieuwe polis bij een andere verzekeraar. Ook dan blijven uw rechten van het oude fiscaal regime behouden. Dit kan ook interessant zijn als u een beleggingspolis heeft en u vindt de beurssituatie op dit moment te onzeker. Bij een andere verzekeraar ontvangt u wel een gegarandeerd rendement in de verlengingsperiode.

Hier heeft u twee keuzemogelijkheden

  1. Een uitgestelde gegarandeerde lijfrente
  2. Een uitgestelde lijfrente op basis van beleggingen.


Oud fiscaal regime: Schenken aan de kinderen

Bij een oud fiscaal regime polis hoeft u niet zelf de begunstigde (degene die de uitkering ontvangt) te zijn. Desgewenst kunt u uw meerderjarig(e) kind(eren) of kleinkind(eren) als begunstigde(n) aanwijzen.

Mogelijk heeft u bij het afsluiten van de lijfrenteverzekering (dus in de opbouwfase) uw kind al als begunstigde opgegeven, zodat uw kind in de uitkeringsfase de ontvanger is van de uitkering. Dit is voordelig, omdat u dan alleen de inleg hebt geschonken. De verdere opbouw van het kapitaal is van uw kind, zodat daarover geen schenkingsrecht hoeft te worden betaald.

Heeft u bij het afsluiten van de lijfrenteverzekering uw kind niet als begunstigde aangewezen, dan kunt u dat tijdens de opbouwfase alsnog doen door de begunstigde van de polis te wijzigen. De nieuwe begunstigde ontvangt dan de lijfrente-uitkering in de uitkeringsfase. Er is nu wel meer schenkingsrecht verschuldigd: u schenkt uw kind nu immers niet alleen de inleg, maar ook het opgebouwde vermogen. Tot een bepaalde grens is dat echter belastingvrij.

Schenkingsrecht (vrijstellingen 2006)

Schenking door Aan: Vrijstelling Wanneeer
Ouders Kinderen € 4.342 Jaarlijks
Ouders Kinderen van 18 t/m 34 jaar € 21.700 Eenmalig
Ouders Kleinkinderen / Derden € 2.606 Per twee jaar

Wanneer u de lijfrente-uitkering afsluit (dus in de uitkeringsfase) kunt u ook uw kind als begunstigde opgeven. Dit betekent dat er periodiek sprake is van een schenking, waarover de fiscus normaal gesproken schenkingsrecht zou heffen. De fiscus heft echter ook al inkomstenbelasting over de uitkeringen.

Als er daadwerkelijk inkomstenbelasting wordt betaald, dan stelt de wet dat het schenkingsrecht vervalt. Dus wanneer uw kind zelf inkomstenbelasting betaalt, hoeft hij of zij geen schenkingsrecht te betalen.

1%-eis
Voor wat betreft de duur van de lijfrente-uitkering moet er wel rekening gehouden worden met de zogenaamde "1%-eis". De fiscus stelt dat er bij een lijfrente-uitkering altijd sprake moet zijn van 1% overlijdensrisico. Bij een levenslange uitkering is dat altijd het geval. Bij een tijdelijke uitkering is dat niet vanzelfsprekend. Hierbij moet worden bekeken of er 1% kans bestaat dat de verzekerde komt te overlijden.


Oud fiscaal regime: Een direct ingaande lijfrente aanschaffen

Hier heeft u twee keuzemogelijkheden

  1. Een direct ingaande gegarandeerde lijfrente
  2. Een direct ingaande lijfrente op basis van beleggingen.

1. Een direct ingaande gegarandeerde lijfrente.
Traditioneel werd een expirerende lijfrente uitsluitend omgezet in een gegarandeerde uitkerende lijfrente, soms met winstdeling of overrente. U weet dan in ieder geval wat u krijgt. Op dit moment wordt naar schatting 85% van het expirerende lijfrentekapitaal omgezet in een direct gegarandeerde lijfrente.

U kunt zelf bepalen wanneer de uitkeringen moeten plaatsvinden. U kunt kiezen uit een tijdelijke- of een levenslange uitkering.

Bij een tijdelijke lijfrente-uitkering bepaalt u zelf in welke periode de uitkeringen plaatsvinden. Zo kunt u de periode tot uw pensioen overbruggen, wanneer u eerder wilt stoppen met werken. Ook kunt u bijvoorbeeld kiezen voor een uitkering van uw 65e tot en met uw 75e levensjaar. De fiscus stelt wel eisen aan de minimale duur van deze periode, de zogenaamde 1%-eis.

Bij een levenslange oude dag lijfrente-uitkering bent u dus van een periodieke uitkering verzekert, hoe oud u ook wordt.

Nabestaandenuitkering
Heeft u een partner, dan kunt u een tweede verzekerde toevoegen om te voorkomen dat bij het overlijden van de eerste verzekerde de achtergebleven partner niets meer ontvangt. Bij een nabestaandenuitkering en een levenslange oude dag-lijfrente lopen, wanneer de eerste verzekerde overlijdt, de uitkeringen door zolang de nabestaande leeft. Bij een tijdelijke lijfrente-uitkering ontvangt de nabestaande een uitkering gedurende de overeengekomen looptijd.

Een nabestaandenuitkering regelt u eenvoudig door uw nabestaande als tweede verzekerde op te geven. Omdat de kans groter wordt dat de uitkeringsperiode voor de verzekeringsmaatschappij langer wordt, heeft dit tot gevolg dat de uitkering in de periode vóór uw overlijden lager zal zijn.

De hoogte van de nabestaandenuitkering kunt u vaststellen op 100% van de oorspronkelijke uitkering of op een lager percentage. De keuze is afhankelijk van de inkomenssituatie van uw nabestaande na uw overlijden. Wanneer deze grotendeels afhankelijk is van het inkomen uit de lijfrente-uitkering dan is het verstandig te kiezen voor een 100% nabestaandenuitkering. De meest voorkomende vorm is een 70% nabestaandenuitkering. De kosten van levensonderhoud voor één persoon zijn tenslotte lager dan voor twee.

Contraverzekering
U kunt er ook voor kiezen om bij uw overlijden een bedrag in één keer te laten uitkeren aan uw nabestaande(n). Dit regelt u door een aparte verzekering af te sluiten die gekoppeld wordt aan de uitkerende lijfrente.

De contraverzekering wordt automatisch afgesloten op twee levens, als u voor een nabestaandenuitkering hebt gekozen. In dat geval wordt een eventueel restkapitaal uitgekeerd nadat de tweede verzekerde is overleden. Om te voorkomen dat uw partner of uw kinderen over dit restkapitaal successierechten moeten betalen, is het aan te raden dat zij de premie voor de contraverzekering betalen. Een contraverzekering kan alleen worden afgesloten door betaling van een eenmalige premie.

Wij zijn u graag van dienst met het zoeken van de verzekeringsmaatschappij die op dit moment de hoogste uitkering biedt. Wij kunnen alles direct voor u regelen waarbij u uiteraard met een direct ingaande gegarandeerde lijfrente geen enkel risico loopt. Vraag nu een offerte aan. Bovendien ontvangt u van ons mogelijk retourprovisie wat een nog hogere uitkering voor u betekent.

2. Een direct ingaande lijfrente op basis van beleggingen.
De afgelopen jaren zijn een tiental verzekeraars op de markt gekomen met direct ingaande lijfrentes op basis van beleggingen. De belangrijkste reden hiervoor was de gestaag dalende rente eind jaren negentig en de gestaag stijgende koersen op de effectenbeurzen. Zoals bekend zijn de beurskoersen sinds begin 2000 drastisch verandert.

Feitelijk "beheert" de verzekeringnemer (u dus) bij de beleggingsgebonden lijfrente het kapitaal zelf via beleggingsfondsen of aandelen. Wanneer het lijfrentekapitaal onverhoopt is opgesoupeerd, stoppen dus ook de uitkeringen. Duikelen de koersen dan slinkt ook het kapitaal. Dat betekent dat voor het onttrokken deel koersverlies wordt geleden, dat niet meer goed te maken is bij een weer stijgende beurs. Daar is niets meer aan te doen, behalve het verlies te nemen.

Als u kiest voor een lijfrente op basis van beleggingen dan adviseren wij u een deel risicomijdend te beleggen. Welk deel dat hangt af van de mate waarin u afhankelijk bent van de lijfrente-uitkering. Heeft u bijvoorbeeld een uitstekend pensioen dan kunt u uiteraard wat meer risico nemen dan iemand die helemaal afhankelijk is van het lijfrentekapitaal.

Wij denken dat u de keuze voor een direct ingaande lijfrente op basis van beleggingen het beste na een persoonlijk advies maakt. U heeft namelijk de keuze uit de belegging van uw lijfrente kapitaal in beleggingsfondsen, fondsen die een index volgen, zelf geselecteerde aandelen en een individueel vermogensbeheerder.


Nieuw fiscaal regime: Later laten uitkeren

Mogelijk heeft u het geld nog niet nodig. U blijft bijvoorbeeld langer doorwerken dan u had verwacht of u vindt de rentestand van dit moment te laag. U kunt dan uw binnenkort expirerende lijfrente verlengen bij uw huidige verzekeraar. Of u kunt het vrijkomende kapitaal onderbrengen in een nieuwe polis bij een andere verzekeraar. Ook dan blijven uw rechten van het oude fiscaal regime behouden. Dit kan ook interessant zijn als u een beleggingspolis heeft en u vindt de beurssituatie op dit moment te onzeker. Bij een andere verzekeraar ontvangt u wel een gegarandeerd rendement in de verlengingsperiode. Het kan ook zijn dat u het rendement veel te laag vindt.

Hier heeft u twee keuzemogelijkheden

  1. Een uitgestelde gegarandeerde lijfrente
  2. Een uitgestelde lijfrente op basis van beleggingen.


Nieuw fiscaal regime: Direct ingaande lijfrente aanschaffen

Hier heeft u twee keuzemogelijkheden

  1. Een direct ingaande gegarandeerde lijfrente
  2. Een direct ingaande lijfrente op basis van beleggingen.

1. Een direct ingaande gegarandeerde lijfrente.
Traditioneel werd een expirerende lijfrente uitsluitend omgezet in een gegarandeerde uitkerende lijfrente, soms met winstdeling of overrente. U weet dan in ieder geval wat u krijgt. Op dit moment wordt naar schatting 85% van het expirerende lijfrentekapitaal omgezet in een direct gegarandeerde lijfrente.

U kunt zelf bepalen wanneer de uitkeringen moeten plaatsvinden. U kunt kiezen uit een tijdelijke- of een levenslange uitkering.

Bij een tijdelijke lijfrente-uitkering bepaalt u zelf in welke de periode de uitkeringen plaatsvinden. Zo kunt u de periode tot uw pensioen overbruggen, wanneer u eerder wilt stoppen met werken. Ook kunt u bijvoorbeeld kiezen voor een uitkering van uw 65e tot en met uw 75e levensjaar. De fiscus stelt wel eisen aan de minimale duur van deze periode, de zogenaamde 1%-eis.

Bij een levenslange oude dag lijfrente-uitkering bent u dus van een periodieke uitkering verzekert, hoe oud u ook wordt.

Nabestaandenuitkering
Heeft u een partner, dan kunt u een tweede verzekerde toevoegen om te voorkomen dat bij het overlijden van de eerste verzekerde de achtergebleven partner niets meer ontvangt. Bij een nabestaandenuitkering en een levenslange oude dag-lijfrente lopen, wanneer de eerste verzekerde overlijdt, de uitkeringen door zolang de nabestaande leeft. Bij een tijdelijke lijfrente-uitkering ontvangt de nabestaande een uitkering gedurende de overeengekomen looptijd.

Een nabestaandenuitkering regelt u eenvoudig door uw nabestaande als tweede verzekerde op te geven. Omdat de kans groter wordt dat de uitkeringsperiode voor de verzekeringsmaatschappij langer wordt, heeft dit tot gevolg dat de uitkering in de periode vóór uw overlijden lager zal zijn.

De hoogte van de nabestaandenuitkering kunt u vaststellen op 100% van de oorspronkelijke uitkering of op een lager percentage. De keuze is afhankelijk van de inkomenssituatie van uw nabestaande na uw overlijden. Wanneer deze grotendeels afhankelijk is van het inkomen uit de lijfrente-uitkering dan is het verstandig te kiezen voor een 100% nabestaandenuitkering. De meest voorkomende vorm is een 70% nabestaandenuitkering. De kosten van levensonderhoud voor één persoon zijn tenslotte lager dan voor twee.

Contraverzekering
U kunt er ook voor kiezen om bij uw overlijden een bedrag in één keer te laten uitkeren aan uw nabestaande(n). Dit regelt u door een aparte verzekering af te sluiten die gekoppeld wordt aan de uitkerende lijfrente.

De contraverzekering wordt automatisch afgesloten op twee levens, als u voor een nabestaandenuitkering hebt gekozen. In dat geval wordt een eventueel restkapitaal uitgekeerd nadat de tweede verzekerde is overleden. Om te voorkomen dat uw partner of uw kinderen over dit restkapitaal successierechten moeten betalen, is het aan te raden dat zij de premie voor de contraverzekering betalen. Een contraverzekering kan alleen worden afgesloten door betaling van een eenmalige premie.

Wij zijn u graag van dienst met het zoeken van de verzekeringsmaatschappij die op dit moment de hoogste uitkering biedt. Wij kunnen alles direct voor u regelen waarbij u uiteraard met een direct ingaande gegarandeerde lijfrente geen enkel risico loopt. Vraag nu een offerte aan. Bovendien ontvangt u van ons mogelijk retourprovisie wat een nog hogere uitkering voor u betekent.

2. Een direct ingaande lijfrente op basis van beleggingen.
De afgelopen jaren zijn een tiental verzekeraars op de markt gekomen met direct ingaande lijfrentes op basis van beleggingen. De belangrijkste reden hiervoor was de gestaag dalende rente eind jaren negentig en de gestaag stijgende koersen op de effectenbeurzen. Zoals bekend zijn de beurskoersen sinds begin 2000 drastisch verandert.

Feitelijk "beheert" de verzekeringnemer (u dus) bij de beleggingsgebonden lijfrente het kapitaal zelf via beleggingsfondsen of aandelen. Wanneer het lijfrentekapitaal onverhoopt is opgesoupeerd, stoppen dus ook de uitkeringen. Duikelen de koersen dan slinkt ook het kapitaal. Dat betekent dat voor het onttrokken deel koersverlies wordt geleden, dat niet meer goed te maken is bij een weer stijgende beurs. Daar is niets meer aan te doen, behalve het verlies te nemen.

Als u kiest voor een lijfrente op basis van beleggingen dan adviseren wij u een deel risicomijdend te beleggen. Welk deel dat hangt af van de mate waarin u afhankelijk bent van de lijfrente-uitkering. Heeft u bijvoorbeeld een uitstekend pensioen dan kunt u uiteraard wat meer risico nemen dan iemand die helemaal afhankelijk is van het lijfrentekapitaal.

Wij denken dat de u de keuze voor een direct ingaande lijfrente op basis van beleggingen het beste na een persoonlijk advies maakt. U heeft namelijk de keuze uit de belegging van uw lijfrente kapitaal in beleggingsfondsen, fondsen die een index volgen, zelf geselecteerde aandelen en een individueel vermogensbeheerder.

© FinancieelTotaalPlanners 2006